De kranige: enters the room
het kleine spichtige ding: enters the room
De kranige: Niemand ziet de kettingen, enkelsdik
niemand hoort ze, zelfs niet gedurende die twee minuten
Ik heb de jouwe ook niet gehoord
of til je ze op
het kleine spichtige ding: Als ik kruip hoort niemand ze. Dan rinkelen ze niet.
De kranige: Kruipen ?
Met al die nieuwe, war komen ze
ook weer vandaan, die keien
hoekig, uit spanje, of portugal
Boetedoening?
het kleine spichtige ding: Het zijn kettingen. Het is geen boetedoening. Ze zijn me omgelegd door een man met een zwarte doek in z'n haar.
De kranige: Dat had zij ook, een zwarte doek
Een vrouw in Portugal
Ik liep daar als verloren toerist
een kerk in
Echt meer te zien was er niet
in dat dorp
Maar die vrouw
Ze ging op haar kieen de kerk rond
urenlang, rondjes om de banken.
het kleine spichtige ding: Vakantieherinneringen.
Wat een luxe.
Mijn herinneringen zijn zwart, vol.
Zo vol dat ze niet herinnerd mogen worden
De kranige: Maar toch draag je ze
het kleine spichtige ding: Ja
De kranige: Ik kan niet lachen op papier,
maar je verbertgt iets
vergeef me het cliche
Wie is die man met de zwarte doek
het kleine spichtige ding: Sinds wanneer wil jij het over iemand anders hebben dan jezelf
De kranige: Retoriek is iets voor oude mannen
Ik doe niets meer dan een
kleedje uitrollen, juist omdat ik zo graag
over "mezelf" praat, ben ik toch geen gevaar.
Kom
Kom
Kom
Kom
het kleine spichtige ding: Omdat jouw kleedje zo zacht is en zo warm, zal ik mij erop vleien.
Die man woonde naast ons. Ik was nog jong.
Het was op een ochtend waarop het leek dat de bergen tegenover onze huizen in brand stonden.
Vlammen spoten door de lucht en hij kwam mijn kamer binnen. Mijn moeder en mijn broers waren al weg, zei hij.
Hij nam mij mee. Ik ben nu van hem.
...
Als hij weet dat ik nu met jou praat is dat je dood.
De kranige: Ik ben niet bang
Hooguit jaloers
weet je het zeker
dat je van iemand bent
het kleine spichtige ding: Aan mijn kettingen te zien, ja.
In mijn geest, nee.
De kranige: Zullen we een smid zoeken
De kranige: Meer nee vertel
Ik wil meer weten van de bergen
Van de doek, van het stof
het kleine spichtige ding: Zo sexy heeft nog nooit iemand tegen mij gepraat.
Je vrolijkt me op.
Wacht, je vraagt me meer...
Wie ben jij dat je het weten wilt?
Ben je niet bang?
De kranige: Het gras buigt mee met de wind
Zelfs hoge bomen doen dat
Niemand is zo sterk als de wind
Waar zullen we bang voor zijn
het kleine spichtige ding:
Waar zullen we bang voor zijn.
Ik heb al zo lang niemand meer gezien, denk je echt dat het kan?
Is de wereld mooi hier buiten?
De kranige: Nee, de wereld is niet mooi
Dat is ze nooit geweest
Ze is lelijk
Zoals ik de spiegel niet kan verdragen
Zo lelijk is ze
het kleine spichtige ding: Jij bent niet lelijk.
Laat mij jouw spiegel zijn.
De kranige: Ja
als dat zou kunnen
De kranige: Maar dat gaat niet
Je gaat te snel
Ik vraag je 1 dingetje
Ik denk, ik doe beleefd
En je geeft me een spiegel
het kleine spichtige ding: Er is hier buiten een gang. Er zij drie spreuken voor nodig om de deur ernaar toe te openen.
Via die gang kunnen we
het kleine spichtige ding: Ga ik te snel. Stoot ik je af?
De kranige: Wie ben je
Nee je stoot me niet af
Sinds ik weet dat mijn laatste woorden
"oeps" zijn ben ik nergens meer bang voor
Waar is deur ?
het kleine spichtige ding: Oeps?
De kranige: Nou dat je uitglijdt op een berg
De oven wil aansteken met een gaslek
Of met een vrouw wil zoenen terwijl je
180 rijdt in Belgie
het kleine spichtige ding: Ah!
Ik heet Patricia.
De kranige: Dus ben ik het zlef
Dus toch, ik vond je worrden
al zo bekend voorkomen.
Ja Patricia, Patrick overdag
Ik weet dat je droomt van avontuur
Maar met een vuist en een schuldig bezoekje
aan de eerste hulp post
ben jij er niet meer
En ik nog steeds
Kus me
Spiegeltje spiegeltje aan de wand
het kleine spichtige ding: Ik kus je. En ik laat je m'n tanden zien. En m'n tong en alles wat jij wilt laten zien.
De kranige: Ik kus je patricia
Tussen de gaatjes in
Bijten zal ik ook
Maar dan moet ik door de spiegel
heen. En ik moet nog praten vandaag
Wens me succes
Zit m'n strop nog recht?
het kleine spichtige ding: Zeker.
De kranige: Dagdeel